De huidige regelgeving rond werken als zelfstandige – zoals de VBAR (Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties) – zorgt al jaren voor onduidelijkheid en stilstand. Veel ondernemers en opdrachtgevers weten niet waar ze aan toe zijn. Dat moet anders.
Daarom ligt er nu een nieuw wetsvoorstel: de Zelfstandigenwet. Deze wet moet helderheid bieden over wie écht als zelfstandige mag werken en onder welke voorwaarden. Geen grijs gebied meer, maar duidelijke, toetsbare criteria.
✅ De Zelfstandigenwet bestaat uit drie belangrijke toetsen:
Zelfstandigentoets – laat zien dat je ondernemer bent met eigen risico’s, AOV en pensioenvoorziening
Je moet voldoen aan álle vijf criteria:
Werken voor eigen rekening en risico
Deugdelijke administratie bijhouden
Je gedraagt je als ondernemer in het economisch verkeer
Adequate voorziening tegen arbeidsongeschiktheid hebben (bijv. AOV, eigen vermogen of beleggingen)
Proportionele pensioenvoorziening treffen (bijv. sparen, lijfrente)
Zelfstandigen mogen zelf bepalen hoe ze aan die voorzieningen voldoen, zolang ze adequaat zijn
Werkrelatietoets – géén hiërarchische aansturing of loondienstachtige constructies
Er zijn vier criteria om te garanderen dat de relatie geen verkapt dienstverband is :
- Vrijheid in organisatie van werk
- Vrijheid in eigen werktijden
- Geen hiërarchische controle door opdrachtgever
- Beide partijen willen op basis van een opdrachtovereenkomst werken
Sectorale toets – extra scherpte in risicosectoren zoals bouw, zorg en transport
Per sector kan een rechtsvermoeden van werknemerschap worden ingevoerd voor sectoren met verhoogd risico op schijnzelfstandigheid (bijv. bouw, zorg, transport, bezorgdiensten)